Hoge of lage ww-premie

 

Iedere werkgever betaalt de premies voor de werknemersverzekeringen, waaronder ook die voor de WW. Deze premie wordt ook wel Awf-premie genoemd (Algemene Werkloosheidsfonds). Hoeveel deze premie bedraagt, wordt elk jaar door de overheid vastgesteld. Het verschil tussen beide premies bedraagt 5%. Deze 5% wordt berekend over het loon van de werknemer. 

 

Wanneer mag je het lage tarief toepassen en wanneer ben je verplicht het hoge tarief toe te passen? 

Je mag het lage tarief toepassen wanneer:

 

  • de medewerker een vast contract heeft (niet zijnde een oproepcontract)
  • dit contract
     schriftelijk is overeengekomen
  • de medewerker een schriftelijke BBL-overeenkomst heeft.

 

In alle overige gevallen wordt het hoge tarief toegepast (bijv. bij een contract voor bepaalde tijd of oproepovereenkomst).

 

Heel belangrijk hierin is dat er een schriftelijk contract aanwezig is. Zonder een schriftelijk vast contract dient alsnog het hoge tarief toegepast te worden.

 

Bij contracten voor bepaalde tijd die van rechtswege overgaan in een vast contract moet dus nog steeds het hoge tarief toegepast worden. Daarom is het belangrijk om in zo’n geval een schriftelijk vast contract op te stellen om het lage tarief te mogen toepassen.

Besparing toepassing lage ww-premie

 

Maar wat scheelt het in de portemonnee wanneer je de lage premie mag toepassen in plaats van de hoge premie?

 

Stel: je hebt een werknemer met een salaris van € 3.000,- per maand in dienst voor onbepaalde tijd, maar je hebt geen schriftelijke overeenkomst. Dan betaal je de hoge premie. Wanneer je een schriftelijke overeenkomst opstelt bespaar je:

 

€ 3.000,- x 5% = € 150,- per maand.

 

Het opstellen van een arbeidsovereenkomst bespaart je in dit geval dus 1800 euro per jaar!

Besparing toepassen lage ww premie

Herziening van de lage WW-premie

In 2 gevallen betaalt een werkgever met terugwerkende kracht alsnog de hoge WW-premie:

 

  1. als de arbeidsovereenkomst binnen 2 maanden na start van de dienstbetrekking eindigt;
  2. als er in een kalenderjaar 30% meer uren verloond zijn dan in het contract staat. Bijvoorbeeld als de werknemer een contract heeft voor 20 uur per week, maar gemiddeld 32 uur per week werkt.

 

Let op: Vanaf 2025 vindt de herziening van de lage naar de hoge WW-premie pas plaats als een werknemer een arbeidscontract heeft van gemiddeld minder dan 30 uur per week. Die grens was gemiddeld 35 uur per week.